Inhoud
Er wordt tijdens de opleiding gewerkt met een PGD die – voorafgaand aan de modulen - op grond van een competentie-analyse met 360 graden feedback vragenlijst, een drijfverenonderzoek en een persoonlijk intakegesprek wordt opgesteld.
De acht modulen zijn:
Module 1: Het leerproces van jezelf als trainer
Wanneer bent u een professionele trainer? Wat is die professie en hoe wordt u een top-trainer? Wat is het activiteiten-continuüm van de trainer? Veel trainers hebben behoefte aan uitdaging op het vlak van professionele ontwikkeling, anders wordt het al gauw een ‘kunstje doen’, waar deelnemers meteen doorheen prikken en weinig waardering voor hebben. U leert het belangrijkste over:
- Het competentieprofiel van de trainer (zelfreflectie vooraf en criterium gericht interview);
- Leren van rolmodellen (vooraf lezen en actie op zetten: collegiale consultatie);
- Niveaus van leren en veranderen (interactief college);
- Eigen visie en opvattingen ten opzichte van trainen (dialoog);
- Het activiteiten-continuüm van de trainer: van presenteren, doceren, leiden tot begeleiden (interactief college).
Workshop: Hoe positioneer je jezelf in de training (je ‘personal brand’)?
Module 2: Verbinden
De basis van succesvol trainen wordt gevormd door de verbinding die trainers leggen: met zichzelf, met de deelnemers individueel, met de deelnemers als groep, met de omgeving, met de onderwerpen of leerstof. De verbinding met individuele deelnemers en met de groep bepaalt in hoge mate de waardering van de groep voor de trainer en is dus een belangrijke succesfactor. U leert het belangrijkste over:
- De noodzaak van de verbinding (dialoog);
- Psychologie van de interactie en de verbinding (interactief college);
- Behoeften en waarden van professionals (interactief college);
- Persoonlijke manieren om de verbinding tot stand te brengen (training).
Workshop: een relatie opbouwen met (potentiële) deelnemers en van daaruit stappen zetten in het ontwerpproces van je training.
Module 3: Leiden en volgen
Trainers willen dat er beweging en ontwikkeling komt. Ze zetten de groep in beweging door deze te leiden en te volgen. Daarbij gelden principes als ‘autoriteit opbouwen en afbouwen’, ‘intimiteit vergroten en wederkerigheid inbouwen’. U leert het belangrijkste over:
- Omgaan met autoriteit van jezelf en van de opdracht(-gever), maar ook de autonomie van de deelnemers (dialoog);
- Intimiteit vergroten en weer afbouwen (training);
- De essentie van voorbeeldgedrag (interactief college);
- Noodzaak van het kennen van de inhoudelijke uitdaging, ‘boven de stof staan’ (interactief college);
- Wederkerigheid inbouwen (training).
Workshop: niveau van voorbereiding op een bepaalde inhoud of vaardigheid.
Module 4: Waarnemen
Een trainer kijkt continu naar wat er speelt bij de groep en de deelnemers. Wat speelt er, zijn er (leer-) belemmeringen/leerkansen en gaat de ontwikkeling vooruit? U leert het belangrijkste over:
- Observatietechnieken (training);
- Interpreteren van observaties (training);
- Waarnemingspsychologie (interactief college).
Workshop: ontwikkelingsbehoeften inventariseren en bespreekbaar maken vanuit eigen observaties, en vandaar de deelnemers (weer) in een flow brengen.
Module 5: Inzicht geven
Om leerdoelen te halen, is er inzicht nodig. Dat gebeurt meestal in werkvormen die ‘college’ genoemd worden. Er zijn echter nogal wat verschillende manieren om tot inzicht te komen. U leert het belangrijkste over:
- Het verschil tussen doceren, presenteren, instrueren (dialoog);
- Verschillende vormen van het inbouwen van interactiviteit tijdens het inzicht geven (interactief college);
- Verschillende manieren van inzicht vergroten tijdens een training (interactief college);
- Het gebruik van de leercyclus van Kolb (training).
Workshop: een interactief college opbouwen, uitvoeren en observeren.
Module 6: Vaardigheden vergroten
Vaardigheidstrainingen kunnen niet los gezien worden van inzicht verschaffende trainingen. Als we het nu wel ontrafelen, zien we dat er andere regels gelden bij vaardigheidstrainingen ten opzichte van inzichtverwerving. Werk je met het trainen van deelvaardigheden of alleen met geïntegreerde vaardigheden? Wat is de relatie met werkplekleren en hoe begeleid je dat? Hoe kun je spelvormen inzetten bij vaardigheidsvergroting?
U leert het belangrijkste over:
- Theorie van vaardigheidsontwikkeling (interactief college);
- Vormen van vaardigheidsvergroting in trainingen (training);
- De relatie training – werkplekleren (interactief college).
Workshop: doe-activiteiten en spelvormen voor volwassenen kiezen, gebruiken en evalueren.
Module 7: Interveniëren
Als een training stokt, moet het proces opnieuw op gang gebracht worden. U leert omgaan met weerstanden en onderbrekingen en het stimuleren van de motivatie tot leren.
U leert het belangrijkste over:
- Weerstanden (interactief college);
- Motivatietheorieën (interactief college);
- Omgaan met weerstanden (training);
- Motivatie vergroten (training).
Workshop: overtuigend overkomen in het groepsproces als er weerstanden zichtbaar worden.
Module 8: Een training ontwerpen
Tijdens de intake zijn de behoeften van de opdrachtgever duidelijk en worden de leerdoelen gesteld. Daarna zal de trainer aan de slag moeten met het uitdenken van activiteiten en het ontwerpen van een programma. De talloze keuzen die dan gemaakt moeten worden, vereisen een goed inzicht in de kracht en effecten van verschillende soorten trainingsactiviteiten. Het vereist eveneens inzicht in het trainingsproces als totaliteit: hoe bereik je het gewenste eindresultaat? U leert het belangrijkste over:
- Samenvatting van voorgaande onderdelen en de strategische inzet ervan in een ontwikkelingstraject (leergesprek);
- De keuze van materialen en media bij het ontwerpen van trainingen (workshop).
Workshop: a-la-minute een traject op hoofdlijnen ontwerpen en daarbij alternatieven kunnen aandragen met hun opbrengstverwachting.
Twee rode draden
Er lopen twee rode draden door de opleiding heen:
- Werkplekleren: op basis van de leerthema’s worden praktijkopdrachten uitgevoerd;
- Persoonlijke competentieontwikkeling: iedere deelnemer krijgt persoonlijke coaching op basis van het PGD. Aan het eind van de opleiding wordt opnieuw de 360 graden feedback uitgevoerd, als mede-bewijs dat de competenties zijn ontwikkeld.